Zeeanemoon [XIV]
Madame Mimes mollige bleke handen lagen op het versleten leer van het boek als twee grote witte vissen, aangespoeld op een ver strand. Ze zuchtte. – Wij zijn erg blij dat je gekomen bent, moet je weten. We hebben lang…
De Maag [XIII]
Houder lag meer dan dat hij zat op de knusse bloemetjessofa in het kleine huisje. In zijn buik bevond zich een naar het scheen onmetelijke berg onverteerde poffertjes met – dat had Neus goed geroken – poedersuiker en op die…
De Neus [XII]
Houder ging zijn neus achterna, het edele orgaan dat ons in staat stelt subtiele boodschappen waar te nemen die zich al of niet moedwillig via de lucht aan ons mededelen. Wij noemen het ruiken, maar als we onze neus in…
Zo… nieuw! [XI]
De zon scheen door een spleet van het tafelkleed dat bij wijze van gordijn voor het raampje gehangen was waar doorheen normaal de kaartjes verkocht werden, over de tafel die ervoor stond om vervolgens in de tegenoverliggende hoek op een…
Camelia Bulton [X]
– Deze zijn van Pontius. Nu begrijp je zeker wel waar hij zich hier in het circus mee bezig houdt? De ronde man had zijn arm vaderlijk over de schouder van Houder gelegd en nu stonden ze gebroederlijk naast elkaar…