Met Open Ogen
Ik gooide wat zwarte vegen op het witte doek, maar de oude truc leek niets op te leveren. Of toch? Links onder in beeld was opeens duidelijk een drakenkop te zien die zichzelf in zijn staart beet.
Ik word wakker. Ik zoek houvast in dit oneindige, dit tomeloze. Mijn handen glijden over gladde lakens, mijn harige lichaam kan zichzelf niet ontkennen, zich niet verstoppen en zo gauw ik mij ontdekt heb, trek ik mijzelf aan mijn eigen staart uit het moeras van mijn droom omhoog. Eenmaal op het droge geslingerd word ik geschoren en met zachte dwang onder de douche geduwd. Ik spoel het droomslijk van me af, de drakenschubben, dat wat slaap genoemd wordt.
Ik heb een nieuw stuk gereedschap, waarmee je op een snelle en eenvoudige manier een paardebloem uit het gras kan verwijderen. Er stonden zo overweldigend veel paardebloemen in het gras, dat ik nooit overwogen zou hebben er de strijd mee aan te binden als dit apparaat het niet mogelijk had gemaakt. Elke dag haal ik zo minstens twee emmers paardebloemen op. Ik voel me een beetje een onnozel. Zo, denk ik, vecht de Amerikaan met de Talibaan. Omdat het mogelijk is, omdat ze er de machines voor hebben.
Of ik van mijn leven geniet?
Die vraag overvalt me en ik laat me er de verkeerde kant door op sturen. Het lijkt me niet helemaal de juiste vraag, zeg ik. Of nee, dat is het niet, de vraag is misschien wel okay, maar, zoals elke vraag veronderstelt het een zekere bekendheid met een aantal zaken die, op de keeper beschouwd, misschien wel helemaal niet zo be- of gekend zijn. Op deze sluipende manier manipuleert elke vraag haar antwoord, insinueert haar als het ware of bepaalt op zijn minst de bandbreedte waarbinnen zij gegeven kan worden.
Weet ik wat leven is? Is het van mij? Word ik geacht er van te genieten en zo ja, wat is dat dan, dat genieten, hoe ziet dat er uit? Waar is het de vragensteller eigenlijk om te doen?
Het paard achter de wagen spannen, de vraag achter het antwoord. De vraag als schepper van antwoorden, de uitvinding als schepper van behoeften. Wij als schepper van ons leven. Het stellen van de juiste vraag.
Alle deuren zijn open. Midden op de dag staat de ronde deur van de droomwereld wagenwijd open. Alle antwoorden zijn daar te vinden. Zij zweven daar rond in vrijheid en verbazing.
Ik sta met gebogen rug terwijl ik paardebloem uit het gras trek. Ik sta met mijn rug naar die ronde opening. Zij fluisteren mij van alles in het oor, maar ik verkies vaak niet te luisteren.
Of ik van mijn leven geniet?
Het is ongehoord spannend! Als je me de juiste vraag zou stellen zou ik ‘ja’ zeggen.
Waneer ik nog een keer naar het witte doek kijk zie ik iets… opzienbarends.
Het is niet zo dat de drakenkop zichzelf in de staart bijt. Nee, ik zie heel duidelijk dat de drakenkop zijn mond openspert en langzaam maar zeker uit zichzelf te voorschijn komt, zich uit zichzelf te voorschijn trekt, schoksgewijs, trillend als jong gras, eierlevendbarend.