Een Theemuts Zijn
Er is eigenlijk niets te zeggen, u en ik weten dat, en toch… een paar woorden over niets, van niets naar niemand, van ongezegd en gezwegen naar ongehoord en onbegrepen.
Wie ben ik? Wie bent u?
Het niet weten van dat antwoord is het antwoord. Er is grote vriendelijkheid in dat niet-weten, in dat openlaten van alle opties.
Het leven nemen. Het leven nemen zoals het is. Mijn ouders nemen, mijn verleden nemen, dat wat pijnlijk was, ontroerend, schijnbaar niet genoeg of onbevredigend. Die mooie plaatsen op de aarde waar we waren terwijl we ruzie maakten, dat alles omvatten als een dikke theemuts, met ons enorme achterwerk over dat alles heen gaan zitten, dat uit broeden, dat samen laten smelten tot één geheel. Niets meer daarbuiten laten vallen. De pruimenbloesemboom vormen boven mijzelf, onszelf, de grote paraplu zijn voor alles wat er is.
Mijn gebrek speelt met mijn onvermogen, mijn verlangen, mijn angsten. Ik speel met jou in de ooghoek van ons bestaan. De naam die ik aan alles geef, daar gaat het om, de manier waarop ik alles een plaats geef in mezelf. Ik ben… zoveel goter dan ik ooit dacht te zijn, zoveel alomvattender.
Dag! Ik ga nu weer even weg van dit grote venster, van dit grote overzichtsraam, ik ga nu even weer spelen in mijn eigen kleinheid, mezelf verliezen in wie ik weet dat ik niet ben.
Tot later. Tot weer groter, wij beiden, jij en ik.