Dat wat nog niet leeft
Dat waar ik maar niet bijkom in mezelf. Ik kan de kleuren en de contouren zien, maar ik kan er niet bij. Nochthans beheerst het mijn leven, of tenminste, dat lijkt zo te zijn, want het leidt mij als een grote onbegrepen onderstroom, laat mij steeds weer het gedane doen. Totdat ik vastloop natuurlijk, zoals gisteravond.
Het gedane wil niet meer gedaan worden, herhaald worden, het heeft zijn magische kracht verloren. Wat overblijft is een raadelsachtig gevoel van zwakte en verlamming. Vroeger zou ik het te vuur en te zwaard ontkend hebben, bevochten, veroordeeld. Nu is de zwakte daar als een broeder die niet door te spreken maar door te zwijgen, niet door daden maar door het zich onthouden daarvan tot mij probeert door te dringen. Er is de onbegrepen stroom waardoor ik geleid wordt, maar er is daarnaast een nog veel machtiger stroom. Die van het bewustzijn. De vriend die misschien niet bepaalt wat er nou precies op mijn bord komt te liggen, maar wel hoe ik omga met dat wat er geserveerd wordt, die bepaalt of ik in staat ben om dat wat er is met smaak en aandacht op te eten.