Woordproeven
– Ik heb al gegeten, dank u. Even weer eens niets.
– Kom een enkel woordje. Ik heb ze net vers gebakken.
Goed, je laat je verleiden. Je neemt er één, dan nog één en vervolgens sla je hele zinnen schrokkend naar binnen.
Wat een gebrek aan zelfbeheersing, wat een gulzigheid.
Alsof het nooit genoeg is.
Na een tijdje ga ik wat langzamer eten, ik begin wat zorgvuldiger te kauwen.
Wat eet ik eigenlijk? Ik begin woord voor woord te proeven, letter voor letter bijna.
Hmm. Het is… het is zalig, goddelijk.
Het is… verbazingwekkend.
Het is volkomen raadselachtig, uniek. Maar, wat is het? Wat voor materie is het? Geen idee, maar alles lijkt van diezelfde raadselachtige stof gemaakt te zijn. Het is als nectar, godendrank, je kunt het proeven. Op de tong, op de huid, met de ogen.
De telefoon ging. Hij had geaarzeld of hij mij zou bellen, maar had besloten om het toch te doen, omdat hij mijn vriend is.
Of ik nu wel, dat wat ik een volgende stap noem, of ik dat nu wel zou doen.
Het is een goede vraag. Leven valt langzamerhand als eindeloos vrij van me weg, en nu zou ik die vrijheid weer vast gaan leggen. Het zou zelfs gecompliceerd kunnen worden. Afhankelijkheid creëeren.
Ik heb werkelijk geen idee. Ik doe maar wat. Maar er over nadenken maakt de zaak niet veel beter. Er zijn argumenten. Maar wat zijn argumenten? Argumenten zijn enkel een alibi voor dat wat wil gebeuren. Er is voor alles wel een argument te verzinnen.
Ik keek naar rechts en het werd mijn leven.
Wat wil ik?
Och jee, nou dat weer.
Ik nibbel even aan een woordje uit de schaal die me wordt voorgehouden.
Een mens is wat hij kiest. Nou en? Hij is ook wat hij niet kiest.
Ik sta voor een raadsel.
Er hoeft niets te veranderen, maar het leven draagt dingen aan. Wil je dit, wil je dat? Er wordt me een schaal voorgehouden met de meest verrukkelijke woorden. Het is allemaal even aantrekkelijk. En ik mag kiezen. Ik moet kiezen.
Niet kiezen, zeggen ze erbij, is ook een keuze.
Ik zou wel, de kont tegen de krib, en helemaal weggaan. Je weet wel, het verhaal van de man die een pakje sigaretten gaat kopen, en nooit meer terugkeert. Ik rook weliswaar niet, maar ik vind het een fascinerend verhaal. Je opeens ergens anders in jezelf, ergens anders op deze planeet positioneren. Fris, onbedacht, onbespoten door verwachtingen van anderen.
Het is niet eens een idee. Het is de realiteit. De schaal met woorden wordt mij voorgehouden.
Kan ik niet zowel het één als het ander? De veilige haven als de absolute vrijheid?
Hmm.
Kiezen voor vrijheid, is dat eigenlijk nog wel vrijheid?
Wat een mooie woorden. Wat een exuberante keuze. Wat een mooie wereld!
Ben… ik dat?