Wilde Roos
Wat bedoel je precies, Frans? Ik bedoel, denk je echt dat je mij, ons helpt door mijn boze woorden uit te schrijven?
Wij denken dat de wereld zo is, inderdaad ja, exact zoals jij dat beschreven hebt. Mooi. Wat moeten we daar op zeggen: knap gedaan?
Wat heeft het voor zin om die woorden op te schrijven, dat vroeg ik me vandaag nog af, tijdens de afwas.
Ze zijn er, ze hangen in de lucht. Iemand moet ze in eigendom nemen.
Ze zijn van mij!
Kijk naar wat iemand eet en je weet wat iemand is. Mestkalveren met van die gele kaarten in hun oren. Varkens in hokken. Kippen. De tranen springen je in de ogen. En al die ellende wordt aan ons opgevoerd. Hier heb je de legbatterij, daar heb je de kippenhokken waar wij in mogen wonen. Wij zijn volkomen gelijkgeschakeld, we wonen aan dezelfde lopende band als waaraan ons voedsel geproduceerd wordt, we staan aan het eind van die voedselketen, want wij worden geacht die rotzooi op te eten. Die treurigheid, die uitzichtloosheid, dat gebrek aan leven, daar voeden wij ons mee. We lopen zelf rond met van die grote gele kaarten in onze oren, of we horen er niet bij. We zijn ofwel geregistreerd en kunnen ons legitimeren of we zijn illegaal.
Laatst werd er een idee gelanceerd om flats te maken waarin niet alleen koeien, varkens en kippen gehuisvest zouden worden, maar ook de gewassen geteeld die hen tot voer zouden dienen. De uitwerpselen van de dieren konden dan weer als mest gebruikt worden. Waarom zouden we er niet gelijk een kleuterschool, een bejaardenhuis, een universiteit en een pretpark in onder te brengen? Dan zijn we klaar, dan maken we onderdeel uit van een volledig gesloten systeem.
Als je een rozenstruik koopt in de winkel, dan is dat vaak een gekweekte roos die geënt is op een wilde stam. Soms zie je dat zo’n wilde roos zich vlak boven de wortels vrij breekt naar buiten. Ik vind dat een hoopvol gezicht. Ik zie daar oerkracht en levenskracht in. Het geeft me het gevoel alsof nog niet alles verloren is. Een leven dat vrijbreekt en zich niet langs de geijkte en de veilige wegen wil begeven, maar dat zijn eigen weg zoekt.
Zij noemen dat radicalisering. Ze zijn er doodsbenauwd voor. En ze menen het goed met ons. Dat is precies het punt. Zij menen het goed met ons, ze hebben het goed met ons voor, terwijl we daar helemaal niet om gevraagd hebben. Laat ons vrij! Geef ons de ruimte om het zelf uit te zoeken.
Ik vraag me trouwens af of jullie het eigenlijk echt wel zo goed met ons voorhebben. Jullie hebben het voornamelijk goed met jullie zelf voor, met jullie eigen gemak, met jullie comfort zone. Dat is het: wij worden geofferd in jullie comfort zone, wij zijn de werkslaven en soldaten die geofferd worden in jullie wingewesten. En wij? De aarde is ons afgenomen. Je moet nondeju een vergunning hebben om op een stukje aarde een boom te planten of een wijnstok of graan of bietjes. Je moet het huren. De aarde blijkt altijd van iemand te zijn. Iemand anders.
Alles wordt eraan gedaan om het leven in goeie banen te leiden, om er voor te zorgen dat alles smooth verloopt. Als er maar geen crisis komt, geen hongerwinter, geen crash.
Drie procent groei per jaar, dat is alles wat we nodig hebben om niet met het leven geconfronteerd te worden. Drie procent per jaar en daar hebben we alles voor over. Onze vrijheid, onze frisse lucht, onze goeie aarde, ons eigen mooie leven, alles offeren we eraan op.
En ja, het lijkt te lukken. De mens leeft in zijn hoofd. Bediend door allerlei electronische instrumenten. Gevoed door het vlees van rechtloos gevangenen.
Wij zijn wilde rozen. Wij breken vrij. Wij breken vrij uit, uit pure levenskracht, want wij willen het anders, maar we weten niet hoe. Hoe zouden we dat kunnen weten? We komen pas kijken.
Kom dan met alternatieven. Dat is wat ze zeggen. Dit is een vrij land, je mag het zeggen. We hebben een democratie hier.
Maar wat doet die democratie? Kijk maar om je heen, dan zie je het resultaat. De aarde gaat dood. En wij stikken van jullie, van jullie muffige kranten vol met halve leugens en halve waarheden, jullie wetenschap die er ook op gebaseerd is alles wat niet binen jullie denkkader past eenvoudigweg te ontkennen. Nou, jullie zouden ons ook het liefste ontkennen als jullie de kans kregen. Maar wij zijn hier. Wij staan recht voor jullie. Wij zijn niet jullie probleem, zoals jullie misschien denken, maar we zijn jullie geneesmiddel. We zijn het leven dat vrij op ongebaande paden gaat.
Wij zijn diegenen die jullie met man en macht in jullie zelf onderdrukken.
Wij trekken ten strijde. Niet tegen jullie, maar voor jullie, voor het leven en voor God.