Zoals Het wil

Ik laat mij vleugels groeien van inspiratie.
Ik vlieg het wijdse koninkrijk binnen, ik word verblind.
Ik tast, niet in duisternis, maar in licht.
Niets wil tot vorm komen dan het ruischen van mijn vleugels,
en mijn zachte adem.

‘Ik moet stoppen met willen’.
Dat is wat ik doorkrijg.
Dat is wat ik tegen je moet zeggen.

‘Moeten?’, vraag je.
‘Ja, dat moet, dat is noodzakelijk, dat is de volgende stap.
Er is niets te doen dan dat wat gedaan wil worden’.

‘Maar waarom moeten?’ Je mokt als een kind.
‘In feite zeg je iets heel tegenstrijdigs’.
‘Tja…’.

Dan zie ik je even nadenken, kauwen.
Je dwaalt af, komt weer terug.
In gevecht met logica, taalkunde, spelfouten.

‘Zal ik dit opschrijven?’
‘Als je wilt. Zoals je wilt, zoals het wil’.