Amorf
Niets heeft vorm, niets geeft ook maar enigszins de indruk eventueel vorm te willen krijgen, maar kijk ik naar buiten dan staat daar alles stralend van overtuiging en duidelijkheid in de ochtendzon. Ik kijk naar binnen. Het is moeilijk het juiste woord te vinden. Maar omdat ik er de tijd voor neem heeft de innerlijke chaos – dat is toch aardig! – de neiging zich te ordenen, te plooien, te rangschikken opdat ze doorgang kan verlenen aan een woord. Ik probeer mijn innerlijk te liplezen en nu zie ik het duidelijk: ‘a-m-o-r-f’.
Dat verandert de zaak ogenschijnlijk weinig, maar, desalniettemin bij nader inzien, toch wel afdoende. Want een diagnose geeft toch een gevoel van duidelijkheid, ook al wijst de diagnose op het tegenovergestelde.
Ik ging voor mijn geboortebewijs naar Bogor in Indonesië. De Chinese mijnheer en mevrouw, die eigenaars waren van het kleine hotel waar ik sliep, waren, als een soort zorgzame pleegouders, met me meegegaan naar de burgerlijke stand. Op de juiste momenten voorzagen ze de barse ambtenaar van allerlei bankbiljetten. Het mocht niet baten. Ik kreeg echter wel een papiertje mee waarop stond dat mijn papieren onvindbaar waren. Je zou zeggen: wat heb je daar nou aan. Maar toch, papier onvindbaar, geschreven op een papier met een stempel, het bleek voor de Nederlandse ambtenaren net zo waardevol te zijn als een geboortebewijs.
Zo doen mijn innerlijke beambten ook niet moeilijk als mijn onduidelijkheid met het schone woord ‘amorf’ de lading probeert te dekken. Ze zeggen niet: dat is wel erg onduidelijk, komt u een andere keer maar terug met iets beters, nee, ze zijn enthousiast. Geweldig roepen ze, eindelijk duidelijkheid! Uit pure geestdrift slaan we elkaar op de schouder en dansend en hossend lossen we op in het morgenlicht van dat wat naar alle waarschijnlijkheid een stralende dag zal worden.