Dit Branden
Als je goed keek kon je zien
dat elke dichter zich omringd had
met een lichtkrans van klanken
waarin hun vragen
als meeuwen
het fragiel kantwerk borduurden
van hun conversatie
met het veel grotere
dat zwijgend als altijd
om ons heen stond
wij applaudisseerden
als waanzinnigen
voor hun durf en elegantie
voor het stuntwerk
waarbij de één
het donker ontstak waartegen
het licht van de ander mocht schijnen
een vreugdevuur
van menselijke lichamen
brandend als fakkels
in het volle besef
dat niets van dit alles
bewaard zou blijven
Dat er niets is in deze grote lege ruimte
dan dit gezamenlijke branden