Het is Nog Anders…
Vreemder, bizarder, onuitsprekelijker.
Ik was dus terug in die kamer bekleed met de dromen van mijn zevenjarige zelf. Ik zag die engel staan met zijn wijsvinger over zijn lippen. Alsof hij een geheim bewaarde, alsof zijn glimlach alle troost van de wereld was.
Wij zijn natuurlijk alleen maar verschillende omhulsels voor hetzelfde. In mij dijt dit verhaal uit, wordt van vlees en bloed alsof ik water geef aan een zaadje. Het slaat zijn armen uit, zijn bladeren, zijn twijgen, zijn takken.
Elk aspect van mij komt tot leven, alles krijgt een plaats.
Het moment van nu is eindeloos als een droog zaadje. Wij doen er water bij en het dijt uit. De boon van het nu groeit tot in de hemel, wij klimmen langs de takken omhoog.
Wij zijn onze eigen kinderen en de ouders van onze ouders. We nemen onszelf mee aan de hand. Wij wijzen links en rechts. Kijk zo, kijk zus. We zeggen niet: zo is het, maar: zo was het. Zo deden wij het, zo werd het vroeger gedaan. Wat vind je ervan en … hoe zou je het nu doen?
Onze ouders wandelen in ons bij ons aan de hand, met hun grijze pakjes aan, blij verrast in deze nieuwe wereld om zich heen kijkend.
Ik was zelf de engel die ik bij mijn bed zag staan. Ik ben zelf degene die met terugwerkende kracht de zegenende nabijheid is voor mijn jongere zelf. Ik tijdreis de hele tijd! ik verander mijn eigen verhaal met terugwerkende kracht. Geen steen blijft op de ander.
Het kan nog anders. Door je open te stellen voor degene die je worden zal ontvang je vanuit je toekomstige zelf kracht voor wie je nu bent. Je kan je eenvoudig nu al te laten voeden door degen die je straks zal zijn. Sta jezelf toe nu al de engel te zien en te zijn die naast je staat.
De engel lacht breeduit. Het zijn allemaal maar woorden. Ssst gebaart hij, maar ik kan niet meer stoppen. Mijn hart moet de hele tijd onbedaarlijk lachen. Wat een feest, wat een vrijheid, wat een waanzin.