In Aandacht Aanwezig
Ik probeer steeds het grote op te schrijven en kom telkens weer bij het kleine uit. Of is het andersom?
In mij is iets dat geen kleur heeft, geen smaak, geen leeftijd, geen mening, geen vorm. Het kent geen tijd. Het is degene die ik in wezen ben. Het is er altijd goed, en stil en weids en ruimtelijk. Het is woordloos. Het is er woordloos, gedachteloos. No mind. Zijnd in zijn. Aanwezigheid in dat wat steeds verandert, veroudert, vergaat, weer geboren wordt. Het is liefdevol vanuit moeiteloosheid. Het hoeft zich niet aan te zetten tot liefde, tot empathie, tot mededogen, want het heeft die eigenschappen van nature, omdat het overal bij aanwezig is. Het is getuige. Het is altijd. Het is de basis van alles wat is. Het is zo weids dat het met gemak al wat is in zijn of haar armen houdt.
Hoe kom je daar? Dat is een goeie vraag! Er zijn mensen die de weg weten. Leraren. Zij leren, meer nog dan door woorden, door een voorbeeld te zijn, een voorbeeld in aanwezigheid. Hun oordeelloze aanwezigheid nodigt ons uit zelf aanwezig te zijn.
Er is een lange weg en een korte weg. Soms moet je een stuk van de lange weg gaan, opdat je de korte weg kan vinden. De lange weg gaat over het opruimen van belemmeringen, van oud zeer. Het is de weg van het verbeteren. Zij gaat traag en gestaag. Is eigenlijk eindeloos.
De korte weg is erg kort. Zij is hier en nu. Het is de aanwezigheid bij wat hier en nu in jou ademt, wat hier en nu achter alle geluiden in stilte hoorbaar is, wat hier en nu voelbaar in je lichaam aanwezig is. Het is het ongeziene wat je ontdekt als je het aandacht geeft. Het is niet precies zo dat er iets te vinden is, nee, het is paradoxaal genoeg de aandacht zelf die je vindt door het geven ervan. In die aandacht word je gehouden, geborgen, geboren.