Jouw Glorie
Tussen jou, mijn geliefde en mij. Gezegd en gezwegen. Zonder woorden aanraakbaar gemaakt. Je hing over me heen met al je verdrietige warmte. Ik kan niets voor je doen. Ik kan me alleen zo liefdevol als mogelijk losmaken uit je verstikkende omhelzing. Waar zijn je eigen benen? Waar is de grond onder je eigen voeten, waar zijn je wortels? Hoe denk je dat je jezelf kan voeden met de levenssappen van de aarde als je niet een verbinding aanlegt tussen jou en wat je wil, wat je nodig hebt. Laat je lichtlichaam groeien naar dat waar het behoefte aan heeft. Laat de sappen stromen. De lichaamssappen in al hun diversiteit. Bloed als het moet, tranen, melk , snot, oorsmeer, de zachte sappen van onderuit het lichaam, het slijm, het levenswater, de liefdessappen. Alles op zijn eigen tijd. En – nu het over sappen gaat – vraag je je nooit af wat je eigenlijk drinkt? Heb je nooit bedacht dat dat wat eruitkomt in zekeer zin gerelateerd moet zijn aan dat wat er in gaat. Je neigt naar koffie en sterke drank, bier, wijn, melk soms. Wat voed je daarmee? Een droom met een erg kort leven, de illusie van een sprankelende bergbeek. Daarna stilstaand en rottend water.
Wat wil de berg van je lichaam? Een regenbui van heerlijk helder water. Is het leven enkel goed als we het goed maken, aankleden, arrangeren? Vandaag dorst ik naar mijn eigen helderheid, mijn eigen eindloze begin, mijn eigen zuivere herhalen.
Let op, dit is wat jij je kan geven. Hier, terug herbeginnen, jij, op je eigen benen, in je eigen leven. Pak je eenzaamheid, je verdriet, je woede, je schaamte als een kostbaar geschenk, voer af wat niet meer bij je hoort en voed jezelf met helderheid, transparantie, zuiverheid, lichtheid en licht.
Ik kan niets voor je doen, dan je overlaten aan de glorie van wie je zelf bent.