Nergens Goed Voor
Hij die naast me liep, liep weer naast me. Zwijgend, nauwelijks hoorbaar ademend. Ik had hem ’s ochtends vroeg al een vraag gesteld en prompt een adequaat antwoord gekregen. Dat was beveredigend en bemoedigend. Nu ik dit neerschrijf glimlacht hij naar mij.
Toen ik hem gisteren Syrion hoorde mompelen wist ik zeker dat hij zich vergist moest hebben en bij de eerstevolgende gelegenheid ben ik het op het wereld wijde web na gaan zoeken: het blijkt wel degelijk te bestaan. Zo bleek het de naam van een zeer geliefde cavia geweest te zijn die veel geleden heeft omdat hem of haar op onterechte gronden de toegang tot het caviarusthuis Knoevel ontzegd was. Er was ook een soort reclamefilmpje voor een Israëlische vechteenheid onder die naam en daarnaast werd nadrukkelijk de mogelijkheid geboden de betekenis van Syrion te beschrijven in Wikipedia, de encyclopedie van datzelfde web. We leven in een magische wereld. Wij schrijven onze kennis in de encyclopedie en het heelal dijt gehoorzaam uit om alles wat wij ontdekken een plaats te geven.
Nu is het niet zo merkwaardig dat er weinig over Syrion bekend is, want het is maar een klein planeetje, maar wel eentje met een bijzonder aangenaam klimaat. Drie zonnen! En een strakgroene hemel. Het ruikt er lekker naar citroengras, het is er niet druk. Het water dat door de rivieren en beken stroomt kan je rustig drinken, dieren zijn niet schuw.
Mijn voeten die veel eerder wakker waren dan ik renden als gekken heen en weer over het lichtblauwe gras, ze besprongen en achtervolgden elkaar als jonge katjes. Ik heb er een tijdje geamuseerd naar liggen kijken want ik vond het jammer om hun spel te onderbreken. Maar ja we moesten verder.
Is dat waar? Dat is wat we altijd denken, dat is wat we verwachten van een verhaal, maar is het waar? Nee, ik geloof niet dat dat waar is. We hadden daar net zo goed tot in lengte der dagen kunnen blijven en sommigen van ons deden dat ook, maar anderen – zoals wij – liepen verder.
De zachte wind deed mijn haren om me heen dansen als de armen van een octopus, wuivend in slow motion, als in een shampooreclame. Ik was licht en mooi en jong. Ik was onwijs van vreugde. Ik maakte rondedansjes. Ik diende helemaal nergens voor. Ik was… nergens goed voor en alles was goed voor mij en ook dat… was helemaal goed.